Slag en stoot

Hé, wie komt daar nu aangefietst? Het is Puen. ‘Puen, Sijmen is nu bij jullie op bezoek voor bijbelstudie, toch?’ Puen bevestigt dat. ‘Ja, hij is bij ons, maar ik kom even hier.’ Ik vind het wel jammer dat Puen er niet bij is, maar al snel wordt me duidelijk waarom ze is gekomen.
‘Elke keer als jullie auto de straat in komt, dan lopen er gelijk een paar buren hun huis binnen. Ook mijn vader vindt het nog niet echt wat dat mijn moeder in Jezus is gaan geloven. Hij wil eigenlijk dat ze er mee stopt…’
Na wat doorvragen, blijkt dat haar moeder wel wil geloven, maar het ook lastig vindt nu haar man zijn twijfels heeft. Verder herinner ik me weer dat Puen en haar broers wel eens met een pop bij ons thuis zijn geweest, waarin een geest woont, die ze onderhouden (zie De jongen en zijn kind). Puen vertelt dat de kamer van haar vader vol met beeldjes staat.
Inmiddels weten we dat het tot geloof komen niet zonder slag of stoot gaat. Sommige nieuw gelovigen maken een snelle 180 graden bekering door. Maar voor anderen is het niet eenvoudig om in één keer oude geloven, rituelen en gebruiken achter zich kan laten.
Daarnaast gebeuren er soms ook negatieve dingen, juist wanneer nieuw gelovigen God zoeken. Zo reed een geïnteresseerde een regenpijp kapot. De vraag was gelijk: is dit een teken? Zo ja, een teken van wie dan?
Verder merken we in ons eigen leven ook dat met de komst van geïnteresseerden en nieuw gelovigen er onrust ontstaat bij ons – moeilijk kunnen ontspannen, miscommunicatie, slecht slapen of verminderde weerstand.
We danken God dat Hij uiteindelijk de Grootste en Machtigste is. We danken God voor Zijn nabijheid en geduld en bidden dat Zijn grootheid, Zijn trouw en Zijn verlossing overtuigt, zodat mensen zich met hart en ziel tot Hem keren.