Vis
Vorige week was het flink zweten: figuurlijk dan. Het onderwijzen van de Nederlandse spelling valt nog niet mee aan een Nederlandse 7-jarige, die opgroeit in Thailand. De moed zonk me een beetje in de schoenen, ijnd vorige week. Maar we gaan er weer tegenaan; een nieuwe week.
We beginnen deze ochtend met bidden. ‘Heb jij nog wat om voor te bidden of te danken?’.
‘Weet je, mam…’ begint Daniel. En dan volgt het verhaal van oma Lop. Gisteren vertelde ze haar getuigenis in de kerk. Ik was daar niet bij was geweest. ‘Mam, ze ging vissen samen met Phii Boy (haar zoon) en ze hadden eerst gebeden. Ze ving een vis, zo groot als het, hoe noem je dat ook al weer, zadel van haar motor. Groot hè. Die vis had God haar gegeven. Ze was heel blij.’
Ik luister en ben stil. Ik krijg hier een vertaling van een Thais getuigenis. Hier en daar kraakt de spelling nog een beetje. Dit mannetje doet zijn best om de Nederlandse spelling onder de knie te krijgen, maar pikt tegelijkertijd Thais op en voelt zich daardoor als een vis in het water. En hij hoort over een leven mét God.
Ik ontspan en dank God voor Zijn zegeningen. Er is meer…Het komt goet.
Spelling blijft lastig, vooral de d’s en t’s, nog steeds , ook bij een 15 jarige en 17 jarige zoon. Ach, mam, als je maar snapt waar het over gaat. En gelijk hebben ze! Er zijn belangrijkere dingen in het leven.
Liefs uit een koud ( – 10 vanmorgen) Hilversum
Ontroerend en hartverwarmend.
Mooi! De eenvoud van kinderen. Daar kunnen wij volwassenen zoveel van leren!
Liefs
Hoe ongecompliceerd kan het zijn!