Heilige Geest

Vorige week zondag was het Pinksteren. In onze thuisgemeente in Delfshaven sinds jaren een dag waarop wij als zendingswerkers een pinkstergroet overbrengen: Hoe zien jullie de Heilige Geest aan het werk?

Wat zou het mooi zijn als we 3000 duizend mensen zouden kunnen voorstellen, die christen zijn geworden! Wat zou het mooi zijn als onze taalhulp tot geloof is gekomen! Wat zou het mooi zijn als onze buren op zondag God lovend de kerk in wandelen! Wat zou het mooi zijn als de Heilige Geest ons elk moment van de dag vreugde in ons hart geeft (vrucht van de Geest)!

Dat zijn onze dromen, maar de realiteit is anders. Wat is het mooi dat God met ieder mens bezig is. Wat is het mooi dat God geen moment voorbij laat gaan, waar Hij geen hand in heeft. Wat is het mooi dat God één nieuwe gelovige afgelopen jaar bij de gemeente in Manchakhirie heeft toegevoegd. Wat is het mooi dat God onze humeurigheid steeds weer vergeeft. Wat is het mooi dat God steeds weer mensen op ons pad brengt, waarvan we iets over God kunnen vertellen. Wat is het mooi om één gelovige te zien groeien in haar geloof. Wat is het mooi dat God een Vader is voor de hele wereld. Wat is het mooi om elkaar te bemoedigen met Gods werk door de eeuwen heen en in ons leven.

Gods Geest is aan het werk. Niet alleen als een vrucht in ons leven door vriendelijkheid, vreugde, geloof en moed, maar om ons heen, buiten ons om: Gods Geest raakt Thaise mensen aan, eerst lijkt het heel behoedzaam en voorzichtig, maar gaaf en tof om getuigen te zijn van Gods aanraking waardoor een leven doel krijgt, één iemand hoop en iemand zijn Maker en Redder leert kennen.

Om af te sluiten, een gezang (314) dat tijdens de Pinksterdienst in Rotterdam werd gezongen.

Gij die gelooft, verheugt u samen,
’t is God, die trouw zijn kerk bewaart!
Die hoop zal nimmer ons beschamen:
de Heer is God en zijn is de aard.
Zijn woord heeft vrede, heil bereid
van eeuwigheid tot eeuwigheid!

Nabij of ver, wij zijn verbonden:
één Heer en één geloof, één doop,
één Geest is tot ons neergezonden,
en één is aller liefd’ en hoop.
Wij bidden en wij danken saam,
wij roemen in één Vadernaam.