Donderdag
Zo, de laatste dag van dit weekverslag. Vanmorgen gaat de wekker om 6 uur. Van ‘snoozen’ is geen sprake, want Sijmen wil om kwart voor zeven in de auto zitten richting Lopburi. Mocht ik willen snoozen, dan word ik snel uit die droom gehaald met een ‘PPAAAPPAA, MAAAMMAA’. Daniel is ook wakker. Benj rolt zich nog een keer om in bed. Maar dat betekent dat ook hij wakker is.
Peter gaat ook mee naar Lopburi om daar de taalschool te zien en degenen die de taalschool leiden te spreken. Hij heeft zijn internationale rijbewijs bij zich, zodat ze elkaar kunnen afwisselen op de 4 à 5 uur durende rit. Ze kunnen voor twee routes kiezen: de snelweg of de groene route. Voor de heenweg kiezen ze de groene route; een schitterende route, vooral het stuk waarbij de rijder het Isaanplateau verlaat en in Centraal Thailand aankomt. Helaas, geen foto’s.
Ik maak Daniel klaar voor school. Hij mag vandaag zijn sporttenue aan. Ik heb wel met hem te doen: in 30 graden in een trainingsbroek. Toch zal het wel niet zo heet zijn als ik denk, want alle schoolkinderen lopen erin. Daniel heeft nergens last van en beiden getooid met een pet, lopen we met Benj in de kinderwagen naar school. Daniel wordt steeds stiller, maar op school aangekomen, gaat hij gewoon met de juf de klas in, zwaait mij gedag en ik kan met een gerust hart vertrekken. Dank aan Sijmen, die de eerste drie weken op zich heeft genomen.
Op school loop ik Toe tegen het lijf en klets eventjes, terwijl haar klas het lokaal in gaat. Terwijl ik naar huis loop, kom ik langs het huis van Sak en Eek en ga even bij hen zitten. Benj wordt wakker, Eek wordt verblijd met een grote grijns en Benj laat zich graag ronddragen. Daarna hoop ik dat Benj in slaap valt, zodat ik wat taalstudie kan doen. Maar Benj wil zijn mijn-moeder-is-helemaal-voor-mij-tijd optimaal benutten en het is ook gewoon heel warm, zoals de buurvrouw over de schutting heen roept. Na het middaguur valt hij in een diepe slaap.
Sijmen en Peter zijn inmiddels in Lopburi aangekomen en kletsen bij met de leerkrachten en studenten en eten wat met de studenten. Om half 2 gaat Sijmen samen met een leerkracht en één van de zendelingen, die op de taalschool werken, een lokaal in. De lerares probeert Sijmen zoveel mogelijk aan het woord te laten door vragen te stellen over hetgeen hij geleerd heeft. De zendeling maakt aantekeningen (heel zachtjes :-)). Na zo’n drie kwartier is het afgelopen en vertelt de lerares hoe het ging. Ze is tevreden en vond het goed gaan en daarna komt een aardige waslijst van kromme zinnen en onjuist uitgesproken woorden (dit is de gewone gang van zaken, daar schrikken we niet heel erg meer van; we zijn tenslotte nog aan het leren). Maar, zo vertelt de zendeling later, de manier waarop Sijmen praatte was goed te volgen voor een Thai, niet alleen qua zinsopbouw, maar ook wat betreft gedachten. Dat is leuk om te horen. Na deze drie kwartier dus 5 uur terug in de auto. Deze keer de snelwegroute.
Na toch wat taalstudie gedaan te hebben, haal ik Daniel van school. Eén van de drie juffen vertelt, dat hij het Thais steeds beter begrijpt en zelf ook beter gaat praten. Daniel vertelt dat hij heeft gekleurd, rijst heeft gegeten en heeft geslapen. Thuis speelt hij met de kinderen uit de straat, die inmiddels ook uit school zijn gekomen en na een tijdje probeer ik met een jengelende Benj eten klaar te maken. Waarom heb ik vanavond niet voor de afhaal Thai gekozen? Toch is er één groot voordeel van rijst koken in Azië: de rijstkoker. Rijst en water in de pan, aanzetten en opdienen als het lichtje aangeeft: gekookt. Ideaal.
Om half 8 is het stil op de kamers van de gebroeders, nadat ze beiden zijn afgekoeld in bad (de één in een babybadje, de ander in een grote plastic teil). Sijmen belt dat het nog even duurt voordat hij en Peter thuis zijn. Een mooie gelegenheid om een boek in te duiken, nu er electriciteit is.